Vreemd

Wanneer wordt het licht?, 1993, acryl, 100 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Ogenschijnlijk

Het oog is eenvoudig ingericht, het is eigenlijk niets anders dan
een nestje van licht. Soms is het een donkere kamer, dan is het
nacht, hier en daar sijpelt er dan wat gewoonlijk licht door de
duisternis. Hier woont de beer.
Maar wat zit er achter het oog? Het vele geklieder van uiterst
dunne draden wemelt daar rommelig. Daar zou ik niet graag zijn.
Lijkt me nogal verwarrend. Ik denk dat dat de plek is waar alle
vuilnis wordt opgeruimd, zodat niemand er achter komt wat voor
dubbel of eigenaardig leven je leidt.
Anderen zeggen dat achter je oog je ziel zit.
Ik vind dat een vreemde plek. Achter het hart lijkt me veel beter.
Volgens diezelfde mensen zit juist op die plek juist een dichte deur
of een spiegel.
Aan jou de keus dan.
Achter het oog is het een grote warboel, een grote schroothoop
van rommelige rotzooi. Het is niet de moeite waard om daar een
foto van te nemen. Boven het oog, ja daar straalt het voetlicht.
Daar moet je zijn. Daar is het leuk. Daar is de ruimte. Daar ziet
het oog meer. Daar kun je spelen.

Gave

Verlichte man, 2001, tekening, 50 x 65 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Noodzaak

Iemand stikte bijna in een wolk van blauw.
In zo’n volledig opgevulde wolk dolen meestal veel schimmen.
Het zijn de voorvaders van een niet verwerkt verleden.
Gelukkig heeft hij een kop die kan draaien. Zijn scherpe blik is zijn
altijd passende sleutel.
De oplossing is meestal dichtbij.
Diep en donker moeten iets bevatten, anders kunnen zijn niet
leven. Zelfs voor het diep zwarte was hij niet bang. Gewoon een
nieuw lichtje er over laten schijnen en alles is anders, was zijn idee.
Zo verjoeg hij de bange uren, die kregen geen kans aan te groeien.
Was dit nu moedig?
Het lag anders. Als iets hem niet beviel in het leven, ging hij gewoon
uittreden. Totaal wat anders doen als je van plan bent is altijd een
goed advies. Hij draaide gewoon de denkbeeldige kraan open en
spoelde alles weg wat niet van toepassing was. Vergetelheid is daarbij
het beste afwasmiddel.
Eenmaal gewassen en gedroogd begroette hij dan de nieuwe wereld
alsof er niets gebeurd was. Onuitwisbare klanken schoten daarbij het
veel te stille heelal in.
Hij voelde zich daarna vrij. Ging nieuwsgierige nieuwe tekeningen
maken van zingende nachtegalen. Eerst met de voorzichtigheid
van houtskool. Daarna werkte hij alles op met drie soorten conté.
Sommigen noemen dit een gave, terwijl het noodzaak is.

Geen zin

Modderman, 1985, performance, Academie Minerva Groningen

1985_modderman

Opletten

Wij waren allemaal te laat natuurlijk. Het modder gooien was al
begonnen.
Niemand merkte wat. We waren allemaal net even weg, omdat je
altijd toch te laat bent en omdat altijd altijd is.
De modderman zonk dieper dan ooit. Toen zwaaide hij lachend om
vervolgens langs onze hoofden te schieten. In het einde vond hij
nog zijn verre verte. Hij voelde zich daar bijzonder gewenst.
Zou je de tijd hebben om alles te zien dan zou je zeker verwonderd
zijn. Als slapen ophoudt met slapen, dan zul je het gaan beleven.
De modderman is geduldig. Hij kan met getuite mond je laten horen
dat je niet alleen bent. Je moet ook niet treuren om het gebeurde
gebeuren. Dat is al geweest en keert niet meer terug. Geen zin.

Even opletten zeiden we tegen elkaar, maar het was toen al gebeurd.
Nu zijn we op zoek naar zijn afwezigheid.
We vinden niets van wat is achtergelaten.
Nu pas begrijpen we dat we hem nooit meer zullen zien.
En inderdaad, we zien hier niet meer dan iets menselijks.
Het spraakgebrek van de verbeelding stottert omdat wij zo ver weg
en onbereikbaar zijn.
Zo bestaan wij.
Zo bestaat modder niet.

Respect

Zwarte ma(a)n, 2012, acryl, 707 x 70 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Verloop

Onder de mensen die bereid zijn voor een ander te sterven, zijn
er ook die dat willen omdat ze zich teveel voelen, een last voor
hun omgeving.
Erg zeldzaam zijn die mensen niet, hun beweegredenen zijn vaak
tamelijk mager. Meestal roken ze zich met alle plezier kapot.
Kapot door genot is een heel oud verlangen.
Het mooie aan dit alles is dat niemand na het heengaan hoeft te
treuren. Als zo’n bedlegerig iemand nog helder van geest is zal
het probleem van eigen last en overbodigheid geregeld opspelen.
Gewoon niets van aantrekken.
Als je respect toont helpt het jezelf misschien een beetje, maar er
komt geen weerstand meer en dan is het snel klaar en zomaar
gebeurd. In een emmer zonder bodem blijft immers niets achter.
Mensen die niet willen leven moet je niet in verlegenheid brengen.
Laat ze gerust hun gang gaan.
Het gif heeft de aderen al langzaam gevuld en daarna sluit hun web.
Punt zonder komma.
Einde verhaal.

Vluchtig

Jodelman, 2016, schets

2016_s_jodelman

Geile schreeuwer

Die dag begon hij rond te slobberen, het leek hem leuk.
Vooral de verbaasde reacties van anderen deed hem goed.
Als hij vlak voor iemand stond deed hij met een grote zwaai zijn
jas open en zei:
Kijk, de werkelijkheid kent geen schaarste, om snel te vervolgen
met: gulzig is mijn hoorbare jodel. Men deinde vol ontzag terug.
Ware schoonheid liegt niet en hoe mooi kan dat gezang zijn!
De slobberman, driedubbel dik en goed geschoren, genoot van
hun al of niet gespeelde bewondering. Tot de nederlaag van het
avondrood bleef de stakker zich herhalen. Floeps jasje open,
floeps jasje dicht.
Steeds bleker werd hij door zijn afdekking, tot al het geel totaal
verdwenen was en hij zo wit werd als een pasgeborene.
Albinowit is erg kwetsbaar.
Ik ben slechts vluchtig aanwezig, wilde hij ook nog wel eens zeggen.
Dat gold niet voor zijn jodel, zijn bezem, nee zijn manlijke plumeau,
die moest regelmatig luchten, die moest het felle schaamrood op
andermans kaken brengen. Het stralend laten schrikken was zijn
grootste ding. Hij trok er veel tijd voor uit.
Kortom, de slobberman woonde in zijn eigen verwaande hut en
wenste dat zijn kwaal nooit over zou gaan. Eerlijk gezegd hoopte
hij nog eens een maagd te zien wegsmelten om hem te bevrijden.
Dan pas zou hij echt gelukkig zijn en voor altijd verdwijnen.
Jodelend sterven in een geopende jas, daar hunkerde hij naar.
Daarna mocht hij wel groen als een mooie alpenwei worden.

Zijn

Ongeduld van het moment, 1996, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Ochtend

In het schaduwtheater van het huis is hij meer dan een schaduw.
Zijn zwarte macht maakt hem bijna onzichtbaar. De bewoners
raken bij het zien gelijk bind door het licht wat hij achter laat.
Vreemd verhaal, zul je zeggen, maar hij kon er niets aan doen.
Door zijn vele reizen en lust laaide het licht achter hem aan. Hij
creëerde zo zijn eigen dampkring. Kon nooit stikken.
Anderen beweerden dat hij de nacht had gestolen en dat hij daar
door half onzichtbaar was. Onzin, dat was natuurlijk pure afgunst,
blinde jaloezie.
Hij had gewoon een bijzondere gave en als je dat hebt ervaar je het
niet als iets bijzonders, integendeel, je bent gewoon jezelf en dat is
per definitie al goed. Je maakt je niet druk om niets.
Dus niet zeuren. Ook niet in de ochtend, als alles nog op gang moet
komen. Trouwens, niets is altijd hetzelfde bij de geweldigen.
Zij weten niet van grijze lippen op grijze lippen.
Zij kennen geen onochtend.
Zij zingen steeds een nieuw lied, omdat er altijd een engel in het
raam op het zuiden zit.
Zij leven niet dat leven dat snel verstrijkt tussen de voetzolen en
de parketstroken.
Zij sluiten zich niet op, vergrendelen geen deuren, schrikken niet
van gedachten, hebben geen huiver in de ogen.
Zij slaan gewoon de vleugels uit.
Zij zijn lenig, niet alleen.
Zij zijn.

Raaskal

Vasthouden, 2010, tekening, A4

2010_vasthouden

Kleine gedachte

Joost vindt dat denken gedateerd is en dat komt omdat we ons
nergens meer voor schamen. Alles is gewoner dan gewoon geworden
oftewel de volledige aanvaarding is compleet. Niets kan vreemd meer
zijn.
Zie de films, de bladen, TV en vooral Internet. Het schaamteloze
is bezig met een lange reis in de bovenwereld. Er is geen verschil
meer tussen man en vrouw. Alles is achterhaald. De moraalridder
hobbelde allang een andere tijd in.
Hoe zit het dan met vertedering, vraag je je misschien af.
Volgens de nieuwe legende is die flink omzwachteld. Consumenten
wilden dat. Het was geen goed product en dan heb je er niets aan.
Iedereen hoeft zich niet meer schuldig te voelen, tenzij je nog in
de traditie van het samenvallen van schuld en schaamte wilt geloven.
Dan zijn we weer terug bij Adam en Eva. Dan kan je net zo goed
zeggen dat je schuldig bent aan je eigen dood.

Bovenstaande is louter raaskal en zou daarom gezegd moeten worden.
De troost van de nieuwe tijd heeft lange armen, zij onderschrijft niet.
Zij heeft het goed begrepen, het gaat over een nieuw soort ervaring.
En nu is alles weer normaal.

Onzin

Op juist gewicht, 2013, schets

2013_op-juist-gewicht_s

Plofbuik

Hij vergeet.
Hij is niet langer in de wereld.
Zijn horloge staat stil.
Uren en minuten gaan stil voorbij.
Hij wil vergeten, maar niet vergeten worden.
Tegenstrijdige vluchten gillen door zijn kop. Het is niet te stoppen,
zijn hoofd loopt vol en staat op rood, wil ontploffen.
Vervlogen ontbrekend speeksel maakt zijn mond droog.
Wie is deze man?
Zijn verloren hoofd is los van alles en staat bar en boos.
Overlappende tekorten schieten wortel of flipperkasten ketsend
heen en weer.
Hij maakt ruzie met iedereen.
Daarna lijkt hij weer rustig. De zweetgeur verraad zijn angst.
Kalm gaat onze man de stad in om nieuwe rimpels te kopen, haar te
verliezen. Zijn opgeblazen kop proeft zout van de te veel uitgezette
visjes.
Hij is een bonte pinguïn. Die houden niet van warmte. Warmte is
onzin; liever wegvluchten van het vuur. Zijn hart is klein, te klein
voor elke liefde.
Maar dat wist je natuurlijk allang, omdat je een groot diploma hebt
voor inzicht en waarheid. Jij hebt alles lief en omgekeerd heeft alles
jou lief!
En als ik nu drie maal tegen de zijkant van mijn glas tik is dit verhaal
voorbij en ben ik weer op mijn juiste gewicht.
Allemaal onzin van 2013.

Luisteren

In het hoofd, uit het hoofd, 1996, tekening, 50 x 65 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Het schuim marcheert

Het geluk is te vinden buiten het meerschuim. In eenzame
hotels beklemt het zich in kamers vol kwetswonden. Meestal
buiten het seizoen, dan is het goedkoper.
De bedden staan bol van de snelle adem van de brandparen.
Ze jagen elkaar naar het ademloze niemandsland. Daarbij
verspillen zij zichzelf en denken dan dat het overvloed heet.
Het geluk gaat zeker gebeuren. Het moet. Zolang de strakke,
verhullende wanden niet gesloopt zijn moet het schuim schuimen.
Iedere barrière lijkt verguld, terwijl het eigenlijk niet meer is
dan de uitstraling van vaal gras.
Geluk is vaak een lege kamer, die met bibberende ogen wordt
bekeken. Nietsbetekenend geluk ziet niets, schilfert zich een weg.
En als de handdoeken al het schuim kraken en weghoesten,
dan zijn de doortastende gezichten ineens heel leeg en ver weg.
Ze gaan een gat in de dag slapen.

Dit verhaal is mij door een meeuw verteld. Zij weten alles van
de binnen en buitenkant. Ik luister graag, schrijf alles op.

Doof

Kees ongeloof, 2008, acryl, 404 x 40 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Leegte

De woorden in zijn hoofd zijn verdwenen. Er was te veel gezegd.
Iets hield hem uit de slaap. Het lege beest kroop onder zijn huid.
Soms doezelt hij licht weg om daarna weer met een schok wakker
te schrikken. Hij weet niet waarvan. Slaapkamerkleedjes spreken
niet.
Eenmaal wakker wordt hij onrustig.
Niet zoveel later kruipt hij uit bed.
Beneden ligt zijn hond, Wolf, rustig te slapen. Hondengeluk.
Toch voelt het beestje dat zijn baas er is. Hij observeert met de
ogen dicht, strekt zijn voorpoten, geeuwt zijn bek, schudt krachtig
zijn kop heen en weer met een klapperend geluid, alsof al zijn
botten los zitten en rammelen.
Het baasje hoort niets, hij is dolend doof. Al heel lang. Wolf weet
dat en waakt alert. Mensengeluk.
Heel lang keken ze elkaar aan. Wie doet de eerste actie?
Beide hebben ze de tong licht uit de mond/bek. Nu geen tanden
laten zien, nee, het is nog niet nacht.
De dove man zit in de stoel. Handen op de stalen buizen van
de leuningen. Hij verdeelt zijn aandacht tussen die handen en
zijn hond. Die weer lijkt te slapen, de grote hondenrug rijst en
daalt bij iedere ademhaling. Soms doet Wolf kort één oog open.
Er is niets, hij blijft onder het bureau liggen, aan de voeten van
de baas.
Zo blijft deze dag leeg verder gaan. Onze man hoort het niet.
Hij is doof en gelooft niemand.
Ieder geluid van de dag is niet aan hem besteed.